Hoe bereken je de juiste capaciteit van de Vetafscheider volgens NEN-EN 1825?

De juiste capaciteit van de Vetafscheider voor een specifieke situatie is erg belangrijk. Een te kleine capaciteit betekent overbelasting van de afscheider. De gevolgen zijn een te hoge uitstoot van vet- en slibdelen in het riool en het snel vol raken van de slib- en vetopslag en daarmee de noodzaak van een frequente lediging van de Vetafscheider. Een te grote capaciteit van de afscheider zorgt ervoor dat de afscheider weliswaar veel minder vaak geledigd hoeft te worden, met het gevaar dat de vetlaag op den duur door rotting wordt aangetast. Dit leidt tot uitspoelen van vet- en slibdeeltjes, die dan alsnog op het riool worden geloosd.

Deel 2 van de norm geeft een aantal mogelijkheden aan om de afscheidercapaciteit te bepalen. Men dient rekening te houden met alle (bedrijfs)specifieke parameters die van belang zijn voor een goede afscheiderwerking en ook een verantwoord en noodzakelijk onderhoud van de Vetafscheider om de juiste afscheidercapaciteit te bepalen. De gegevens die meewegen in de capaciteitsberekening:

  1. Waar wordt de afscheider toegepast?

  2. Wat is het maximale lozingsdebiet aan afvalwater in l/s?

  3. Wat is de maximum temperatuur van het afvalwater?

  4. Wat is de soortelijke massa van het af te scheiden vet?

  5. Worden er reinigingsmiddelen gebruikt die in het afvalwater terechtkomen?

  6. Hoeveel vet en slib wordt er geloosd op de afscheider?

Uit deze gegevens blijkt of er in de berekening verzwaringsfactoren ingezet moeten worden. Maar ook of het lozingsdebiet bepalend is voor de capaciteit, of juist de hoeveelheid af te scheiden en op te slaan vet en slib?

De drie methoden die gehanteerd worden om de capaciteit te bepalen, afhankelijk van de toepassing en de beschikbare gegevens:

  1. Volgens de zgn. “toestellenmethode”, toepasbaar bij horeca, keukens, kantines, voedsel bereidende bedrijven, ziekenhuizen, hotels en instellingen. Hierbij maakt men een opsomming van de aanwezige lozingstoestellen zoals spoelbakken, braadslee, vaatwassers, watertappunten en hogedrukreinigers. Met behulp van vastgestelde gelijktijdigheidsfactoren en bijbehorende lozingsdebieten komt men na verrekening van eventuele verzwaringsfactoren op de benodigde afscheidercapaciteit.

  2. Volgens de zgn. “maaltijdmethode”, toepasbaar bij hotels, restaurants, ziekenhuizen, grote cateringbedrijven, fabrieks- en kantoorkantines. Hierbij rekent men met het gemiddeld waterverbruik op basis van het aantal bereide maaltijden per dag. Men komt na verrekening van een per bedrijfsaard vastgestelde piekstroom coëfficiënt en eventuele verzwaringsfactoren op de benodigde afscheidercapaciteit.

  3. Volgens de zgn. “slagerijmethode”, toepasbaar bij vlees- of visverwerkende bedrijven en slagerijen. Hierbij rekent men met het gemiddeld waterverbruik op basis van het aantal kg verwerkte vlees/vis per dag. Men komt na verrekening van een op basis van weekverbruik vastgestelde piekstroom coëfficiënt en eventuele verzwaringsfactoren op de benodigde afscheidercapaciteit.

Klik hier voor de capaciteitsberekening

Vetafscheiden, juist in de Horeca

 
goto E-Smart.nlgoto Beheren